In 2019 was de gemeente Hoeselt al voorlaatste voor wat betreft de uitvoering van geplande investeringen met een uitvoeringspercentage van slechts 12,54%.
In de daarop volgende jaren was het niet veel beter en wie dacht dat het bestuur in het jaar voor de verkiezingen toch wat daadkracht zou vertonen, had het mis: In 2023 is slechts 11,37% gerealiseerd van de geplande investeringen.
Al weer werden de budgetten opgeschoven naar het volgende jaar, met hetzelfde excuus : ‘We kunnen niet alles in 1 jaar realiseren.”
Wat nog erger is, zijn de beperkte ontvangsten voor het investeringsbudget, nauwelijks 2,66% van de verwachtte subsidies (en dan lagen de verwachtingen al laag).
Schepen van Financiën Werner Raskin moest uiteindelijk toegeven dat van het binnenhalen van subsidies dit bestuur niet veel terecht heeft gebracht. “We hebben er het personeel niet voor.” Was het veel gehoorde excuus. Maar ook daar is het bestuur zelf verantwoordelijk voor. Met slechts 5,4 personeelsleden per 1.000 inwoners staat ook hier Hoeselt op de voorlaatste plaats van alle Limburgse gemeenten.
Eind 2022 had men nog 7,7 personeelsleden/per 1000 inwoners en toen zat men ook al flink onder het Vlaams gemiddelde van 12,2 VTE. Volgens schepen Raskin heeft ieder openbaar bestuur het moeilijk om personeel te vinden, maar in Hoeselt blijkt het door het gevoerde beleid toch extreem moeilijk om personeel te vinden en/of te houden.
En dan hebben we het nog niet gehad over de rioleringswerken. Tegen 2027 zouden alle gemeenten een rioleringsgraad van 95% moeten halen. Hoeselt sleept al jaren een achterstand mee. Maar om budgettaire redenen zijn zelfs een groot aantal v.d. nog uit te voeren werken niet eens begroot. Maar dat is volgens het bestuur een probleem voor na de fusie. Wat moeten we anders doen met al die miljoenen van de fusiebonus?