De post-it participatie: schijn van betrokkenheid
De fusiegemeente Bilzen-Hoeselt staat voor complexe maatschappelijke en ruimtelijke uitdagingen. Tijdens een eerdere brede bevraging door Groen Bilzen-Hoeselt kwam één duidelijke wens van burgers naar voren: meer betrokkenheid bij het beleid. Daarbij viel op dat de tevredenheid over participatie significant hoger lag in het vroegere Bilzen dan in Hoeselt. De vraag die zich nu opdringt: wat heeft het huidige beleid met die duidelijke oproep gedaan?
Een exemplarisch voorbeeld is de ontwikkeling van het Edelhofpark in Munsterbilzen. Tijdens participatie-avonden werden stiften en post-its bovengehaald, burgers mochten ideeën opplakken, suggesties formuleren, bedenkingen delen. Alles werd genoteerd en afgesloten met de inmiddels gevleugelde woorden: “We nemen het mee.” Vandaag is er een nieuw park in de maak. Het zal ongetwijfeld in meerdere opzichten prachtig zijn, maar het is de vraag of het werkelijk bijdraagt aan de sociale samenhang in het dorp. Want échte participatie gaat verder dan infrastructuur of inspraakmomenten; ze raakt aan de wijze waarop burgers zich met elkaar, met het beleid en met hun leefomgeving verbonden voelen.
Wat overblijft, lijkt vooral een investering in de representatie van participatie – in glossy plannen, persfoto’s en publieke communicatie – eerder dan in de opbouw van gedeelde verantwoordelijkheid of gemeenschapsversterking.
Een gelijkaardig scenario speelde zich af bij het kerkenplan. Ook daar werd het participatieformat van de post-it hernomen, al was het speelveld complexer. Twee van de klassieke “K’s” – Kerk en Kroon – waren betrokken, respectievelijk vertegenwoordigd door het bisdom en het lokale bestuur. Opnieuw stelden burgers zich open, schreven ideeën neer, en opnieuw klonk het: “We nemen het mee.” Maar, net zoals bij het dossier rond het kerkje van Merem enkele jaren eerder, bleef het fundamentele partnerschap met burgers en lokale gemeenschappen uit. Wat rest, is een dure communicatie en showcampagne – pancarten, slogans en kleurrijke ideeënwolkjes – die eerder doet denken aan een participatiesimulatie dan aan een gedeeld besluitvormingsproces.
En dan is er nog het dorpsplein van Hoeselt centrum, waar de nood aan heraanleg onmiskenbaar is, als hersteloperatie voor vroegere beleidsfouten. Ook hier werd het vertrouwde recept toegepast: post-its, sfeerbeelden, artikels in de pers. Wat ontbreekt, is wederom een echte dialoog – een proces waarbij burgers zich niet enkel gehoord, maar ook mee-verantwoordelijk en verbonden voelen met het proces en met het resulaat.
De eerdere woorden van een schepen blijven hangen: “Het is een mooi project en het zou niet beter geweest zijn moesten we burgers betrokken hebben.” Maar dat is precies de misvatting. Participatie is geen kwestie van “beter” in de zin van een technische en ruimtelijke optimalisatie. Het gaat om democratische verdieping, om maatschappelijke verankering, om de versterking van het sociale weefsel dat dorpen en buurten leefbaar en veerkrachtig maakt.
En zo blijven we achter met een politiek die participatie verwart met representatie, met post-its in plaats van partnerschappen.
Maar binnenkort komt er in Romershoven een feestje – brood en spelen – en dan mogen we weer fier zijn.